Hollandse lekkernijen

Boerenjongens op brandewijn

500 gr rozijnen zonder pit, 250 gr suiker, 1 vanillestokje, stukje pijp kaneel, 7,5 deciliter brandewijn, 2,5 deciliter water.

Ontdoe de rozijnen van de steeltjes, was ze zorgvuldig en laat ze uitlekken. Breng 2,5 deciliter water aan de kook en los hierin de suiker op. Neem de pan van het vuur en doe onmiddelijk de rozijnen in het hete suikerstroopje zodat ze kunnen wellen. Voeg vanillestokje en pijpkaneel toe en sluit de pan met het deksel. Laat dit alles 24 uur zo staan. Doe het over in een goed schoon gemaakt stopfles en schenk de brandenwijn erop. Na één tot drie maanden gebruiken. Hoe langer het staat, des te lekkerder wordt het.

Fricandel

6 lapjes vlees, 125 gr margarine, 125 gr gehakt, zout en peper, 1 ei, paneermeel.

Het vlees even plat kloppen. Maak het gehakt aan met zout en peper en leg op elk plakje vlees een rolletje gehakt. Vouw het vlees om het gehakt. Bestrijk de fricandel met losgeklopt ei en wentel hem door de paneermeel. Bak de fricandel gaar in de hete margarine.

Drie in de pan

250 gr zelfrijzend bakmeel, 3 dl melk, 100 gr rozijnen, 1 ei, boter, olijfolie, mespunt zout.

Meng bakmeel met wat zout naar eigen smaak in een beslagkom en maak een kuiltje in het midden Giet hierin 1,5 tot 2 dl melk en roer vanuit het midden tot een glad beslag Voeg al roerend de rest van de melk toe Voeg het ei toe en mix het glad met een mixer Was de rozijnen en schep ze door het beslag (het beslag moet een stevig deeg zijn) Doe wat olijfolie en boter in een koekenpan en laat langzaam warm worden Voeg vervolgens drie eetlepels beslag toe en laat de ‘drie-inde-pan’ zachtjes gaar en bruin worden Als er belletjes verschijnen, omdraaien en laat aan de andere kant bruin bakken.

Gedroogde appelschijfjes

3 grote appels (Jonagold of Jonagored), citroensap, 2 el. vloeibare honing.

Boor de klokhuizen uit de appels (niet schillen!). Snijd de vruchten in plakken van 1 cm dik. Besprenkel de schijven aan weerszijden met citroensap tegen het verkleuren en strijk ze, ook aan weerszijden, in met honing met behulp van een keukenkwast. Verwarm de oven voor op 65 of 70° C (niet hoger). Spreid de appelschijven uit op een bakplaat (liefst op een vel boterpapier of op een bakvel). Laat ze zeker 6 uur drogen in de oven. Keer ze in de helft van de droogtijd om. Het drogen kan ook langer duren : de appelschijven moeten taai aanvoelen. Laat de schijfjes afkoelen. Neem er vijf per persoon als tussendoortje en bewaar de andere in een gesloten doos op een droge plek.

Sprits

500 gr patent bloem, 400 gr boter, 200 gr witte basterdsuiker, 1 ei, 10 gr citroenrasp.

Wrijf de boter, suiker, citroenrasp en het ei met de handpalm op een gladde oppervlakte op totdat dit mengsel wit en smeuïg begint te worden. Wrijf dan in gedeelte de bloem erdoor. Let op dat je er geen lucht in wrijft want dan word de sprits bros en zal tijdens het oppakken breken. Heb je dit mengsel klaar spuit dit dat met een grove gekartelde spuit in zigzag banen tegen elkaar op de bakplaat zodat een gehele baan ontstaat. Voor de meeste ovens betekent dit maximaal 3 banen naast elkaar. Bak ongeveer op 200 graden Celcius tot de sprits goudbruin is. Na het bakken onmiddelijk in stukken van ongeveer 10 cm snijden.

Taai taai

125 gr fijn roggemeel, 125 gr tarwebloem,  5,5 gr baksoda (ook wel zuiveringszout bij drogist) , 3/4 tl kaneel, 3/4 tl gemalen anijszaad . 1/4 tl gemberpoeder ,1/8 tl nootmuskaat, 125 gr honing,125 gr keukenstroop, 2 el water, losgeklopt ei voor het bestrijken

Verwarm de oven voor op 220 graden Celsius. Zeef het roggemeel en de tarwebloem met de baksoda boven een kom. Zeef de specerijen erbij. Doe de honing, stroop en water in een steelpan en verhit langzaam onder af en toe roeren tot het kookt. Haal van de warmtebron zodra het mengsel begint te borrelen en laat het afkoelen tot het lauwwarm is. Schenk het dan over het meelmengsel. Kneed grondig tot een deeg. Ik heb het gedurende 10 minuten in de standmixer gekneed. Maak een platte schijf van het deeg en leg deze op een met bloem bestoven werkblad. Bestuif de bovenkant met een beetje bloem en rol het deeg met een deegrol uit tot een rechthoek van 28X20 cm. Snijd met een scherp mes zestien rechthoeken van 7X5 cm uit. Het makkelijkst is als je het deeg eerst in vier banen snijd en daarna elke baan in vier gelijke stukken snijdt. Leg ze op een met een siliconen bakmatje of bakpapier beklede bakplaat. Bestrijk ze licht met losgeklopt ei. Bak ze in circa 7 minuten bruin en gaar. (Die van mij waren met 7 minuten nog wel heel zacht, maar met 1,5 minuut langer waren ze goed) Trek het bakpapier of het bakmatje voorzichtig weg en laat de taaitaai afkoelen op een rooster. Leg ze vervolgens minstens 24 uur in een luchtdichte trommel zodat de smaken en de taaie textuur zich kunnen ontwikkelen. In de trommel blijven ze ongeveer 2 weken goed, daarna drogen ze iets uit.

Truffels

200 pure chocolade, 50 gr boter, 1 eierdooier, wat chocolade hagelslag (of cacaopoeder), een el halfvolle melk, naar smaak wat suiker.

De chocolade breek je in stukken en deze smelt je in een pannetje met daarin de eetlepel melk op een heel laag vuur. Meng de suiker (een of twee schepjes) en de boter er doorheen en laat dit mee smelten. Als laatste meng je de eierdooier door het mengsel wanneer het pannetje van het vuur is. Daarna laat je het geheel afkoelen (niet in de koeling, maar gewoon op het aanrecht). Maak nu van het mengsel met een lepeltje balletjes (grootte naar wens) en rol deze door de hagelslag of door de cacaopoeder.

Wentelteefjes

10 plakken brood (casino wit), 2 eieren, 250 ml melk, 16 gr vanillesuiker, 2 tl kaneel.

Doe de eieren, melk, vanillesuiker en kaneel in een kom en klop dit met een garde door elkaar. Doop al je broodjes hier in en leg ze op een stapel op een bord. Zet je pan op het vuur, verhit een beetje boter en bak je wentelteefje aan beide kanten goudbruin.

Zeeuwse koekkies

500 gr bloem, 250 gr margarine, 250 gr witte basterd suiker, 1 el stroop, kaneel, 1-2 el melk.

Kneed alle ingredienten tot een deeg en draai daar balletjes van. Druk de balletjes plat tot een koekje. Verwarm een koekenpan op de laagste stand. Als de pan warm is voeg een aantal koekjes toe en laat ze zachtjes gaar bakken. Als de onderkant lichtbruin is, draai ze met een vork om en bak de andere kant. Bak zo alle koekjes